Pas op – bij het lezen van deze blog zou je geidealiseerde droombeeld van je ouders aan diggelen kunnen gaan – Wil je dit niet? – Lees dan niet verder of lees eerst deze blog.
Laatst mocht ik het: een pasgeboren baby’tje vasthouden. Ik word daar een beetje stil van want het raakt me diep. Zo mooi, zo kwetsbaar, zo onbevangen en zo afhankelijk, zo’n klein mooi mensje met alles erop en eraan. Alles om een mooi, krachtig mens te worden is in wording aanwezig. Het ligt te wachten om ontdekt te worden, te ontwikkelen en te groeien. Ik vind dat zo wonderlijk mooi.
Welkom
In gesprekken gaat het regelmatig over hoe je kindertijd was. Was je welkom of niet, een beetje of de ene keer wel en de andere keer niet. En ik hoor je vragen, wat heeft dat nu te maken met mezelf aanpassen en de dingen waar ik nu tegenaan loop in mijn leven of in mijn relatie. Nou heel veel, eigenlijk alles.
Zo klein als we zijn reageren we op veiligheid, warmte en geborgenheid. En sterker nog een baby verwacht dit ook gewoon te krijgen van zijn vader en moeder. Hoe groot is de schrik voor zo’n kleintje als dat niet het geval is omdat mama moe is, druk is of als er spanningen zijn. Zo klein als ze zijn voelen ze de sfeer aan en tasten af: ben ik welkom of niet, ben ik veilig of onveilig, kan ik jou vertrouwen of niet. Dit zijn diepe gevoelens die we opslaan in ons lichaamsgeheugen.
Wat is het lichaamsgeheugen?
Je lichaamsgeheugen? Wat is dat nu weer? De kortste uitleg is dat je zenuwstelsel continue checkt of je veilig bent of niet. Ervaringen en situaties die veilig en onveilig zijn worden opgeslagen in je zenuwstelsel. Dat is de reden dat we in plotseling onveilige situaties reageren zonder na te denken. We zijn ons dat merendeel van de dag helemaal niet bewust dat we die veiligheid aan het checken zijn. Maar het fundament om je op diep niveau oké te voelen, je veilig te voelen en of je jezelf en de ander kunt vertrouwen wordt al als baby gelegd. Daarom zijn de eerste levensjaren zo belangrijk.
Herinneringen aan vroeger
Vaak zeggen mensen dat ze een goede jeugd hebben gehad. Als ik dan doorvraag dan weten ze er eigenlijk niet zoveel over te vertellen. Dat is een sterk mechanisme wat in werking treedt om onveilige gevoelens te verdringen. Als het namelijk veilig was geweest dan kunnen we ons dit gemakkelijk herinneren, vanuit gevoel en vanuit verhalen. Maar onveiligheid, als we zo klein en afhankelijk zijn, is super angstig en ook pijnlijk. We kunnen dat gevoel als kind helemaal niet handelen en daarom verzinnen we daar iets op. We stoppen het ver weg, wat je niet ziet, dat is er niet.
Beschermen tegen angst
We gaan manieren bedenken om ons wel veilig en oké te voelen. Eén van de meest ingezette beschermingsmechanisme die we gebruiken om ons oké te voelen is dat we ons aanpassen. Want we geloven dat we met lief en aardig doen, onszelf beschermen tegen dat pijnlijke en angstige gevoel van onveiligheid. Door ons aan te passen hopen we de glimlach van onze vader en moeder te krijgen en later van onze partner, onze kinderen. Want die glimlach laat ons een beetje ontspannen. Want als de ander blij is dan ben ik oké en dus kan ik me een beetje ontspannen en hoef ik niet zo bang te zijn.
Uit verbinding met onszelf
In de loop van ons leven trainen we onszelf hierin. We worden er keigoed in om naar anderen te kijken. We speuren hun humeur en gezicht af om te ‘lezen’ wat hen blij kan maken. Dat we op die manier onbelangrijk vinden wat we zelf willen, dat doet er niet toe. En dat we dan op den duur niet meer weten wat we nou eigenlijk zelf willen, vinden we gek en we snappen niet hoe dat nu kan. Doordat we altijd bezig zijn met de ander, verlaten we onszelf. We gaan uit verbinding met onze eigen wensen, behoeften en verlangens.
Gevolgen van beschermingsmechanismen
Ergens zijn we ook nog wel trots dat we zo aardig en flexibel zijn, dat we niet moeilijk doen en zo met de ander kunnen meebewegen. Het maakt je ook een leuk mens waar anderen makkelijk mee kunnen omgaan. Hé was dat niet precies wat je wilde; aardig gevonden worden, erkenning krijgen, aanvaarding, afwijzing voorkomen. Zo is het leven fijn, want het maakt ons echt blij als we de ander blij kunnen maken. En met dit laatste is in de kern niets mis hè, het probleem zit erin dat het ten koste van onszelf gaat. Dat je moeilijk grenzen kunt aangeven, dat je je soms down gaat voelen en niet snapt waar dit vandaan komt, dat je geen idee hebt wie je zelf eigenlijk bent, en ook dat je het gevoel hebt dat je niet echt leeft.
En dat klopt ook. Je angst zorgt ervoor dat je een masker opzet. Je past je aan om de lieve vrede wil, je geeft toe omdat het even fijn voelt en je drukt weg wat je zelf graag zou willen, om maar niet de angst voor afwijzing te hoeven voelen. En het meest schrijnende is dat je op die manier jezelf en de wereld onthoudt van de mooie en unieke persoon die jij bent.
Je overtuigingen herzien
Misschien zou je dit wel anders willen en mogelijk verlang jij ernaar om meer te leven vanuit wie je echt bent. Maar hoe dan? En is dit wel mogelijk? vraag je je af. Het is zeker mogelijk! Het hoe zal ik je proberen uit te leggen.
Als klein meisje of als klein jochie was je afhankelijk van papa en mama en lukte het door het wegstoppen van je angst om te overleven. De overtuiging dat je je moet aanpassen om geliefd te zijn is daardoor vaak diepgeworteld en jong aangeleerd. Onbewust zeg je al ja tegen het aanpassen, ver voor je daarover nadenkt. Daar is een bewustwordingsproces voor nodig én moed, want de kinderlijke angst lijkt op de een of andere manier vandaag nog super reëel, waardoor je blinde vlekken hebt.
Het helpt om daar over te praten en om daar samen naar te kijken, nieuwsgierig en zonder oordeel. Dan wordt het mogelijk om te kijken naar de gevoelens die je zo wegduwt, verstopt en verdringt en kun je ze als volwassen persoon realistisch bekijken en dat kleine angstige kind in jezelf kalmeren en geruststellen. Klinkt misschien wel gek als je dit voor het eerst hoort, maar het is heerlijk bevrijdend als dit kwartje gaat vallen.
‘Je bent wat je bent en dit is alles wat je bent, en zo ben je goed!’
-Stefanie Stahl